Beschreibung:
Na een inleiding over de biografie van Eugenius iii van Toledo († 657) en zijn liber carminum, onderzoekt de auteur gedicht nummer 42 van deze bundel : het De animantibus ambigenis. Hij levert een vertaling ervan en kijkt daarna naar de verschillen die hem van zijn bron (een uittreksel uit de Etymologiae van Isidorus van Sevilla) onderscheiden, naar de lijst van hybride wezens die er in voorkomen, alsook naar zijn specifieke traditie. Deze benadering lokt tegelijkertijd een analyse van het oordeel over hybridisatie uit, en de plaats die in middeleeuwse bronnen werd gereserveerd voor hybride huisdieren van twee verschillende soorten.
After briefly recalling what is known about the biography of Eugenius III of Toledo († 657) and his liber carminum, the author turns to poem 42 of this collection – a poem entitled De animantibus ambigenis. He translates it and looks at the differences that separate it from its source (an extract from the Etymologiae of Isidore of Seville), at the list of hybrid creatures it mentions, and at its specific evolution. This approach simultaneously initiates an analysis on the judgment on hybridization, and on the place occupied by hybrid domestic animals from two different species in medieval sources.
Après avoir brièvement rappelé ce que l’on sait de la biographie d’Eugène III de Tolède († 657) et de son liber carminum, l’auteur se penche sur le poème n° 42 de ce recueil – poème intitulé De animantibus ambigenis. Il en livre une traduction et s’intéresse ensuite aux différences qui le séparent de sa source (un extrait des Étymologies d’Isidore de Séville), à la liste des créatures hybrides qu’il mentionne, et à sa postérité particulière. Cette approche nourrit simultanément une analyse du jugement porté sur l’hybridation et sur la place occupée dans les sources médiévales par les animaux domestiques hybrides issus de deux espèces différentes.